Soms kijkt ze op en kijkt ons starend aan. Ziet ze me wel, of kijkt ze langs me heen? ‘Ze begrijpt ons niet goed, ze is zo leeg’ vervolgt mijn collega en ik begrijp wel wat ze zegt. We zeggen het wel eens als bewoners dieper in hun dementie raken en de wereld aan ze voorbij lijkt te gaan, als de woorden niet meer binnendringen, taal niet meer begrepen wordt. ‘Leeg, ze lijkt zo leeg’.
En toch…
Leegte is als een huls, waar de mens steeds meer uit verdwijnt. Ik vraag me af of dat zo is en of ik dat zo wil zien. Wij verdwijnen, wij worden niet meer begrepen, wij worden vage beelden in haar werkelijkheid. In haar schuilt het meisje, de vrouw die ze is en altijd zal blijven. De leegte zit er alleen maar tussen ons, in de verbinding die voor haar niet voelbaar is.
Dus stap ik haar ruimte in, haar werkelijkheid. Dat is een wereld zonder woorden. Ik ga op mijn hurken naast haar zitten en ik leg mijn hand op haar hand. Ze opent haar ogen en staart er naar. Stil, we zijn samen stil. Ze kijkt naar de hand en langzaam draait ze haar hoofd en kijkt mij aan. Ze kijkt naar mij en ik vang haar blik.
Zo zit ik even naast haar. Mijn hand op de hare en vervolgens pak ik de vork en prik er een stukje banaan aan. Ik lach naar haar en breng de vork naar haar lippen. Ze opent haar mond en hapt de banaan van de vork. Langzaam kauwt ze, starend naar onze handen. Soms buigt ze haar hoofd en sluit haar ogen. Ze is zo moe, ik zie aan alles dat ze moe is.
Ik streel nog eenmaal haar hand, ik moet weer verder. Ze kijkt op en heel langzaam verschijnt er een glimlach. In de stilte hebben we contact, wordt de leegte opgevuld. Verbinding op gevoel.