Aan tafel zitten meerdere bewoners. Sommigen zitten de krant te lezen en anderen kijken wat voor zich uit en praten zo nu en dan mee. Op de achtergrond staat de radio zachtjes aan. De koffie is zojuist ingeschonken en de koekjes worden net op tafel gezet. Ondanks dat de zorg bezig is, hangt er een serene rust in de huiskamer.
Tja, ik begrijp wel dat Annie niet zomaar uit die rustige omgeving weg wil en in beweging wil komen.
‘De koffie neem ik mee’ zegt mijn collega. Annie zucht heel diep. ‘Is dat niet héél ver lopen?’ vraagt ze. ‘De zaal is naast de groep’ zeg ik ‘dat is een kippeneindje lopen’. Annie lijkt overtuigd, maar neemt nog wel een slok koffie voordat ze opstaat.
‘Wat is dat eigenlijk…een kippeneindje?’ vraagt Wies. ‘Ja, dat vraag ik me ook af’ zegt Annie. Achter mij begint een collega te lachen. ‘Dat ligt dus niet aan mij, dat ik dat niet weet’ zegt ze.
Ik ben verbaasd. Voor mij is een kippeneindje gewoon een kippeneindje, maar blijkbaar is dat niet zo’n gangbaar begrip. ‘Een kippeneindje is een klein stukje lopen’ zeg ik en ondertussen is Annie al bezig om de stoel naar achteren te schuiven. ‘Een kip kan het lopen!’ voeg ik er aan toe.
‘Nou, maar een kip kan ook snel en ver lopen hoor!’ zegt mijn collega. ‘Wij hebben kippen en die kunnen hard rennen!’ voegt ze er aan toe. ‘Dus elke dag verse eieren?’ wordt er gevraagd. Dan hebben we het ineens over kippen en eieren met elkaar. Al pratend zijn Wies en Annie opgestaan. Lachend staan ze achter hun rollator.
Wies kijkt me aan. ‘Dat ik op mijn oude dag nog iets bijleer’ zegt ze en mompelend herhaalt ze het woord kippeneindje. Dan lopen we met elkaar richting de zaal waar de muziek zal zijn. Een klein eindje lopen en Annie en Wies zijn het met mij eens dat het inderdaad een kippeneindje is!